TenneT heeft haar zesde offshore-platform voor op het Duitse deel van de Noordzee geïnstalleerd. Het converterplatform SylWin alpha ligt 70 kilometer ten westen van het eiland Sylt (waar het platform naar vernoemd is) en beschikt over een capaciteit van 864 MW om windenergie van zee naar land te transporteren. Het platform is tot nu toe de krachtigste installatie voor het omzetten van wisselstroom in gelijkstroom op de Noordzee.
“Met de installatie van HelWin beta een paar dagen geleden hebben wij in de afgelopen weken kort na elkaar twee platforms geïnstalleerd die samen circa 1,5 GW aan extra capaciteit bieden voor het aan land brengen van offshore-windenergie in het transportnet”, aldus Wilfried Breuer, directeur Offshore van TenneT Duitsland. De vijf convertorplatforms die TenneT sinds de herfst van 2013 in de Noordzee heeft geplaatst, kunnen vanaf het eerste kwartaal van 2015 ca. 3,7 GW aan offshore-windenergie naar land transporteren. De offshore-netaansluitingen die TenneT al had aangelegd zijn dan nog eens verantwoordelijk voor ca. 0,6 GW aan transportcapaciteit. “De Duitse regering heeft besloten dat de transportcapaciteit voor offshore-windenergie in de periode tot 2020 met 6,5 GW moet worden uitgebreid. Dat doel zullen we nu al in 2015 voor tweederde realiseren”, benadrukt Breuer.
De werkzaamheden aan SylWin alpha zijn in opdracht van TenneT uitgevoerd door hoofdaannemer Siemens. Jan Mrosik, CEO van de Power Transmission Division binnen de sector Energy van Siemens AG: “Inmiddels hebben wij vier zeer geavanceerde platforms voor TenneT geïnstalleerd op de Noordzee. Het eerste platform hebben we vorig jaar al geïnstalleerd, de volgende drie platforms hebben we dit jaar kort na elkaar geplaatst. Dat was zowel technisch als logistiek een enorme uitdaging.”
SylWin alpha ligt ongeveer 70 kilometer ten westen van Sylt en is verbonden met het convertorstation aan land in Büttel, via zee- en landkabels met een totale lengte van 205 kilometer. De installatie van SylWin alpha is uitgevoerd in twee fases. In april werd eerst de basisconstructie (de ‘jacket’) in de zeebodem verankerd met behulp van een kraanschip voor zwaar hijswerk. Tijdens de tweede fase werd het platform (de ‘topside’) op een transportponton vanuit Warnemünde (Mecklenburg-Voorpommeren) naar de locatie bij Sylt vervoerd. Vervolgens werd de ponton afgezonken en werd het ca. 15.000 ton zware platform tot op de millimeter nauwkeurig op de basiconstructie geplaatst. Het 83 meter lange, 56 meter brede en 26 meter hoge platform ligt 23 meter boven de zeespiegel en is op ca. 70 meter diepte in de zeebodem verankerd.
